Reeuwijkse Reeks nr 3, aug 1991, P. Blaak
Het vriest behoorlijk, de lucht is droog en helder, in de verte, richting Lecksdijk hoort hij hem fluiten. Hij sluit de luiken voor de ramen. “Morgen maar eens gaan kijken naar de sporen”, mompelt hij.
De daggelder van Toon Verkerk, die in Sluipwijk woont, zegt dat de stropers zijn lijk in het riet heeft zien liggen.
Vele jaren later is er het bericht dat er op de Platteweg een verkeersongeval heeft plaatsgevonden. Een bromfietser rijdt een otter dood, het is 1963. Zou dit dan de allerlaatste Reeuwijkse otter geweest zijn?
Over de gehele wereld zijn er 16 ottersoorten bekend. Enkele zijn sterk afwijkend, bijv. de dwergotter uit Azië met een lengte van 60 cm en de Kaapse otter die aan de handvormige voorvoeten uiterst gevoelige tastorganen heeft waarmee ze in de modder voedsel opspoort. De grootste, de reuzeotter, vinden we in Zuid Amerika, in Peru, er zijn daar exemplaren waargenomen van 2 meter lang! Gelukkig in een betrekkelijk veilig gebied, in het Nationale Park van Peru, genoemd naar de gelijknamige rivier de Manu, die traag en bruin stroomt. Hoge bomen met vaak wijd uitstaande luchtwortels vormen een schier ondoordringbare muur. De fauna is buitengewoon rijk, een ideaal oord voor de LUTRA, de wetenschappelijke naam van de otter.
Bekende namen uit onze streek: Jacob Ruitenburg, Niek en Gerrit van Spengen, Piet Vis en Bakhuizen uit Boskoop. Als het wintert en het ochtendmelken is gedaan, gaan deze mannen met hun honden die de otters moeten speuren, op de fiets naar de bekende plaatsen; de Lansing en de Winterdijk. Ze gaan “otteren” en blijven de hele dag weg. In de jaren ’30 werden er ’s winters altijd wel een stuk of 5 otters gevangen. De pels bracht al gauw een 25 gulden op, in die tijd een welkom bedrag.
De otter ging aan een lange lijn mee naar buiten voor het vangen van snoek. Hij dook het water in en kwam al snel terug met een enorme vis in zijn bek. De otter kreeg een stuk van zijn vangst.
De otter meet incl. zijn staart 1.50 meter; de poten zijn met zwemvliezen uitgerust en als hij onderduikt op jacht naar een vis, kan hij de neus en ooropeningen afsluiten, hij blijft dan vele minuten onder water. Het zijn echte roofdieren en behoren tot de marterachtigen. Ze kunnen zeer goed zwemmen en mede door de rolronde staart hebben ze een fraaie stroomlijn. Op het land bewegen ze zich met de korte pootjes huppelend voort. Zij zijn bijzonder moeilijk te vinden, meestal moet men genoegen nemen met de sporen in de sneeuw.
De otter leek uitgestorven in Nederland, maar in de winter van 1990/1991 zijn in Limburg weer verse sporen van de otter waargenomen. Inmiddels is hij ook in Nieuwkoop en in de omgeving van Reeuwijk gesignaleerd.
In een nest wordt een drietal jongen blind geboren. Ze blijven in het nest tot ze de ouders kunnen volgen. Pas na een half jaar gaan ze er zelfstandig op uit. Ze zijn erg speels en leggen in de vrije natuur langs steile oevers soms glijbaantjes aan. En wie dat eenmaal gehoord of gezien heeft, weet wat een genoeglijk dier zo’n otter kan zijn.