Namen van de Reeuwijkse en Sluipwijkse Plassen

Streekmuseum Reeuwijk - Broekvelden en Vettenbroek
29 dec

Reeuwijkse Reeks nr 6, 1994

Streekmuseum Reeuwijk - Reeuwijkse PlassenDe namen van de Reeuwijkse plassen en de Sluip-wijkse plassen zijn ontleend aan de voormalige polders, die na de vervening tot plassen zijn geworden. Geen enkele plas is van natuurlijke oorsprong. Ze zijn allemaal met de hand gegraven in de periode eerste helft 17e eeuw tot en met de 19de eeuw.
Het ambacht (later gemeente) Reeuwijk omvatte de plassen Gravenbroek, Ravensberg, Klein en Groot Vogelenzang en een deel van de Sloene.
De Sluipwijkse plassen zijn: Elfhoeven, Klein Elfhoeven, Vrijhoef, Kalverbroek, Roggebroek, Nieuwenbroek, Gravekoop, Broekvelden/Vettenbroek en een deel van de Sloene.

Broekvelden en Vettenbroek
De huidige plas is in de jaren ‘70-’80 ontstaan als gevolg van de zandwinning ten behoeve van de verbreding van Rijksweg A12 en de aanleg van de Goudse wijk Bloemendaal. De polder Vettenbroek is bekend geworden door de dijkdoorbraak/overstroming op Oudejaarsnacht 1925/1926. Deze polders hebben lange tijd deel uitgemaakt van de gemeente Zwammerdam. De huidige plas wordt in de volksmond ook wel de Surfplas genoemd.

Streekmuseum Reeuwijk - Broekvelden en Vettenbroek


Elfhoeven
Omsloten door de Burgemeester Lucasselaan, Platteweg, Korssendijk en Groene Ree. De naam is ontleend aan de voormalige polder Elfhoeven, die wel elf hoeven groot was, maar vanaf het begin (omstreeks 1300) al in 22 hoeven werd verdeeld. Waarschijnlijk samen met het huidige Klein Elfhoeven.

‘s-Gravenbroek

Omsloten door de ‘s-Gravenbroekseweg, Zoetendijk, Groene Ree en Notaris d’Aumerielaan. Genoemd naar de broeklanden van de graven van Holland. Broeklanden zijn drassige weilanden. De Grafelijkheid heeft dit stuk al snel na de ontginning (in1269) in leen gegeven aan de heren van Teylingen en van Brederode. Toen werd de naam geschreven als ‘s-Cravenbroec.

Gravekoop
Omsloten door Nieuwenbroeksedijk, Lecksdijk, Gravekoopsedijk, Kippenkade en deel Oukoopsedijk. Het zuidelijk deel van de polder Gravekoop is pas in de vorige eeuw verveend en is daardoor één de jongste plassen.

Kalverbroek
Gelegen tussen de Twaalfmorgen en de voormalige Gijsjes Achterdijk. Ten westen begrensd door de eilandstrook met Vrijhoef, ten oosten door de weilanden van lang Roggenbroek. Kalverbroek vormde vroeger een eigen ambacht dat lange tijd in eigendom geweest is van de stad Gouda. Werd ook wel Tevecoop genoemd.

Nieuwenbroek

Gelegen te zuiden van de Achterree en de Nieuwenbroeksedijk. De eerste bewoners van de polder Nieuwenbroek vroegen in 1311 vergunning aan de Graaf van Holland om een eigen kerkje te mogen bouwen, zij werden echter verwezen naar de kerk in Sluipwijk.

Ravensberg
Gelegen tussen de Oudeweg en de ‘s-Gravenbroekseweg. Genoemd naar het oude ambacht Ravensberg, waar al heel vroeg de vervening op gang kwam.

Roggenbroek
De plaas Roggenbroek is door het wegvallen van vroegere kaden en scheidingssloten nu een deel geworden van de plas Kalverbroek. De naam herinnert aan de eerste landbouw die na de ontginning in de jaren 1300 voornamelijk uit de verbouw van rogge bestond. Door toenemende drassigheid van de grond was deze cultuur niet meer mogelijk en gingen de boeren over op veeteelt.

Sloene

Kleine driehoekige plas ten noorden van de Oude weg. Vroeger was dit poldertje in twee delen verdeeld, de Reeuwijkse en Sluipwijkse Sloene.

Vogelenzang
De plassen Klein en groot Vogelenzang worden omsloten door de Ree, de Zoetendijk, de Bosmankade en de Lecksdijk. De naam verwijst waarschijnlijk naar de eerste ontginners in onze streek, die voornamelijk uit het Kennemerland lwamen. (Zie ook de namen kort Haarlem, Bloemendaal en dergelijke in Gouda).

Vrijhoef
Plas tussen Klein Elfhoeven enerzijds en Nieuwenbroek en Kalverenbroek anderzijds. Vrijhoef was vroeger een zelfstandig ambachtje met bepaalde rechten, ontleend aan een “vrije hoeve” die nabij de IJsseldijk was gelegen. Op oude kaarten wordt het poldertje ook wel “de Hoef” genoemd en wordt de naam Vrijhoef gebruikt voor de “vrije hoeve”.
De stad Gouda was ambachtsheer van Vrijhoef. In het begin van de 19e eeuw is het korte tijd een zelfstandige gemeente geweest (met 10 huizen!). Het bestuur en de administratie werden gecombineerd met de gemeente Stein en Willens.

 

Tekst overgenomen uit Reeuwijkse Reeks nr. 6,  door Cornelis Hagen, met toestemming van de Stichting Streekmuseum Reeuwijk.

Vorige Post

Beginnetje

Next Post

Nieuwjaarswens