Reeuwijkse Reeks 2, aug 1990. G.A.F. Maatje Reeuwijk-Dorp of juister gezegd het ambachtsheerlijkheid Reeuwijk, vormde samen met Zwammerdam, vanaf 1283, de heerlijkheid Voshol. Kort daarna werd ook Ter Aar hierbij gevoegd, waardoor deze drie rechtsgebieden één bestuurlijk en administratief geheel vormden. Dat vond zijn oorsprong in het feit dat ze gedurende vele jaren onder de
Het ontstaan en ondergang van een Reeuwijks hotel. Uit : Reeuwijkse Reeks nr. 2 aug 1990 Zo ergens rond 1840 werd het kruispunt “Reeuwijkse Brug” aangelegd. De naam “Reeuwijkse Brug” bestond al langer, maar tot voor 1840 was dat maar één brug, namelijk de brug in de verbindingsweg tussen de beide dorpen Reeuwijk en Sluipwijk.
Ook in die tijd bereikten velen een leeftijd, waarop men niet meer in staat was in eigen onderhoud te voorzien. Pensioen en AOW waren nog onbekende begrippen, men diende zo mogelijk zelf maatregelen te nemen voor de oude dag. Een voorbeeld hoe men dat toen aanpakte vinden we in de hier volgende overeenkomst tussen Willem
Sinds mensenheugenis werden in het Reeuwijkse Plassengebied kieviten gevangen, er waren ruim 15 vangplaatsen, o.a. op de plassen Nieuwenbroek en Kalverbroek. Op de smalle overgebleven legakkers en damhoeken, waar vroeger turf lag te drogen, stonden kleine hutjes van riet, takken en latten gemaakt. Hierin hielden de kievitenvangers zich schuil. Op de bijgevoegde tekening, de plattegrond